Dit recept is geïnspireerd op paella, een rijstgerecht dat zijn oorsprong vindt in Valencia, waar het vooral met konijn en kip wordt gegeten. Traditioneel wordt paella boven een vuur van hout van de sinaasappelboom gebakken. Deze variant met garnalen en olijven maak je gewoon in de oven – snel, makkelijk én supersmaakvol!
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen
1 stuk(s)
Knoflookteen
½ stuk(s)
Ui
½ stuk(s)
Rode paprika
100 gram
Peen
2.5 gram
Verse koriander
(Kan bevatten Selderij)
1 tl
Gemalen kurkuma
85 gram
Basmatirijst
½ bakje(s)
Tomatenpuree
15 gram
Leccino olijven
¼ stuk(s)
Citroen
90 gram
Garnalen
(Bevat Schaaldieren)
375 ml
Groentebouillon
1 el
Olijfolie
naar smaak
Peper en zout
Verwarm de oven voor op 200 graden en bereid de bouillon. Pers de knoflook of snijd fijn en snipper de ui.
Snijd de rode paprika in smalle repen en snijd de peen in dunne halve plakken. Snijd de koriander fijn.
Verhit de helft van de olijfolie in een wok of hapjespan en fruit de knoflook en de ui 2 minuten op middellaag vuur. Voeg de paprika, peen en kurkuma toe en roerbak nog 4 – 6 minuten.
Voeg de rijst, bouillon en tomatenpuree toe aan de wok of hapjespan, breng aan de kook en laat 3 – 4 minuten zachtjes koken. Breng op smaak met peper en zout. Schenk het mengsel in een ovenschaal en dek goed af met aluminiumfolie. Bak de schotel 25 minuten in de oven. Vind je de schotel nog te smeuïg, bak dan nog 5 minuten zonder aluminiumfolie.
Snijd ondertussen de olijven en de citroen in dunne plakken. Dep de garnalen droog met keukenpapier. Verhit vlak voor serveren de overige olijfolie in een koekenpan op middelhoog vuur en bak de garnalen 3 – 4 minuten, keer tussendoor om.
Verdeel de garnalen over de ovenschaal en garneer met de olijven en de koriander. Schep op aan tafel en serveer met een schijfje citroen (pas op, de schaal is heet!).