Er is één ding dat alle Thaise gerechten gemeen hebben: de balans tussen zoet, zuur, zout en pittig is precies goed. Het gedroogde citroengras, ook wel sereh genoemd, heeft door het drogen en malen een iets sterkere smaak dan vers citroengras.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen
½ stuk(s)
Knoflookteen
¼ stuk(s)
Rode peper
150 gram
Snijbonen
1 stuk(s)
Bosui
2 takje(s)
Verse koriander
(Kan bevatten Selderij)
1 tl
Gemalen citroengras
50 gram
Noedels
(Bevat Gluten)
1 stuk(s)
Ei
(Bevat Eieren)
10 ml
Sojasaus
(Bevat Gluten, Soja)
10 gram
Pikante honingpinda's
(Bevat Pinda's, Noten)
1 el
Zonnebloemolie
scheutje
Melk
(Bevat Melk (inclusief lactose))
1 tl
Bruine suiker
naar smaak
Peper en zout
Breng 400 ml water per persoon aan de kook in een pan met deksel.
Snijd of pers de knoflook fijn. Verwijder de zaadlijsten van de rode peper en snijd de rode peper klein. Snijd de snijbonen in schuine reepjes van 1 cm. Snijd de bosui in flinterdunne ringen en bewaar het witte deel apart van het groene deel. Snijd of hak de koriander fijn.
Verhit de helft van de zonnebloemolie in een wok of hapjespan met deksel en fruit de knoflook, rode peper en het witte deel van de bosui 2 minuten op laag vuur. Voeg de snijbonen, het groene deel van de bosui, de sereh en 3 el water per persoon toe, draai het vuur middelhoog en bak, afgedekt, 8 minuten.
Kook ondertussen de noedels, afgedekt, 4 minuten in de pan met deksel en giet af. Spoel af met koud water en laat uitlekken. Kluts de eieren met een scheutje melk, peper en zout in een kom. Verhit de overige zonnebloemolie in een koekenpan en bak per persoon 1 omelet. Snijd vervolgens de omelet in smalle repen.
Voeg de noedels toe aan de wok of hapjespan met groenten. Breng op smaak met de sojasaus en bruine suiker en verhit nog 1 minuut. Voeg de helft van de omeletreepjes toe.
Verdeel de noedels over de borden. Garneer met de overige omeletreepjes, de honingpinda’s en koriander.