De varkensworst Toulouse laat je sudderen in een saus van appelcider. Hierdoor worden de courgette en venkel zacht en wordt het een echte smaakexplosie. De gebakken appel en peer zorgen voor de zoete twist in dit gerecht.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen
85
Parelgerst
(Bevat Gluten)
½
Sjalot
½
Venkel
½
Courgette
½
Appel
½
Peer
1
Varkensworst met toulousekruiden en pistache
(Bevat Noten)
155
Appelcider
(Bevat Sulfiet)
225
Groentebouillon
1
Roomboter
(Bevat Melk (inclusief lactose))
Peper en zout
Bereid de bouillon in een pan met deksel, voeg de parelgerst toe en laat, afgedekt, 25 minuten droog koken. Roer regelmatig over de bodem van de pan om aanbranden te voorkomen. Giet eventueel af en laat zonder deksel uitstomen.
Snijd de sjalot in ringen. Snijd de venkel in kwarten, verwijder de harde kern en snijd de venkel in repen. Snijd de courgette in blokjes. Snijd de appel (jonagold) en peer (packham) in kwarten, verwijder het klokkenhuis en snijd in blokjes van 1 cm met schil. Prik met een vork gaatjes in de varkensworst.
Verhit de helft van de roomboter in een wok of hapjespan met deksel en bak de varkensworst 3 minuten rondom bruin op hoog vuur. Voeg de sjalot, de venkel en courgette toe en bak 3 minuten mee. Blus af met het grootste deel van de appelcider en breng op smaak met peper en zout. Zet het vuur lager en kook, afgedekt, 10 minuten.
Verhit ondertussen de overige roomboter in een koekenpan en bak de peer en appel op middelhoog vuur kort aan. Voeg de overige appelcider toe en laat nog 5 minuten bakken.
Roer de parelgerst los met een vork. Voeg vervolgens de sjalot, venkel, courgette, appel en peer toe aan de parelgerst en breng op smaak met peper en zout. Besprenkel naar smaak met het bakvocht van de varkensworst en de appel en peer.
Verdeel de parelgerst over de borden en serveer met de varkensworst.