Aubergine uit de oven met feta en granaatappelpitjes
met pittenrijst en verse munt
In dit kleurrijke gerecht met Arabische invloeden steelt de aubergine de show. Door deze groente langzaam te garen, wordt hij fluweelzacht en zoet. De granaatappel zorgt niet alleen voor frisheid en een verrassende bite, maar maakt dit smaakvolle gerecht ook nog eens een lust voor het oog.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen
Ingredienten
1 tl
Ras el hanout
1 stuk(s)
Aubergine
¼ stuk(s)
Granaatappel
50 gram
Feta
(Bevat Melk (inclusief lactose))
2.5 gram
Verse munt
(Kan bevatten Selderij)
10 gram
Zonnebloem-pompoenpittenmix
(Kan bevatten Noten, Sesamzaad, Pinda's)
85 gram
Basmatirijst
50 gram
Yoghurt-tahinsaus
(Bevat Melk (inclusief lactose), Sesamzaad Kan bevatten Pinda's, Noten)
Zelf toevoegen
2 el
Olijfolie
½ el
Extra vierge olijfolie
naar smaak
Peper en zout
Voedingswaarden
Benodigdheden
Instructies
Verwarm de oven voor op 200 graden. Meng in een kleine kom de olijfolie met de ras el hanout ten breng op smaak met peper en zout. Halveer de aubergines in de lengte, snijd het vruchtvlees kruislinks in en besprenkel met de ras el hanout–olie. Pak de helften afzonderlijk in met aluminiumfolie, leg ze op een bakplaat en bak de aubergines 35 – 40 minuten in de oven.
Snijd ondertussen de granaatappel open en haal de granaatappelpitjes uit de schil. Verbrokkel de feta en snijd de verse munt in reepjes.
Verhit een koekenpan, zonder olie, op hoog vuur en rooster de pittenmix goudbruin. Haal uit de pan en bewaar apart.
Kook 250 ml water per persoon in een pan met deksel en kook de rijst, afgedekt, in 12 – 15 minuten gaar. Giet daarna af als dat nodig is en laat zonder deksel uitstomen.
Meng de rijst met de geroosterde pitten, het grootste deel van de feta en de extra vierge olijfolie en breng op smaak met peper en zout.
Verdeel de rijst over de borden en garneer met de munt. Leg de aubergine erbij en garneer deze met de overige feta en de granaatappelpitjes. Serveer met de yoghurt–tahinsaus.
