Traditioneel wordt gremolatae gemaakt van citroenrasp, knoflook en peterselie. Wij hebben er dit keer een andere twist aan gegeven, je gebruikt namelijk mandarijn. Hierdoor smaakt de gremolata friszoet. Je serveert de gremolata met biefstuk van het Maas-Rijn-Ijsselrund. Alles hierover lees je op ons blog.
The quantities provided above are averages only.
Always refer to the product label for the most accurate information about ingredients and allergens
1 unit
Kogelbiefstuk
300 leaves
Vastkokende aardappelen
½ unit
Sinaasappel
½ unit
Knoflookteen
4 sprig
Verse bladpeterselie
(May be present Celery)
125 g
Rode biet
40 g
Rucolamelange
1 tablespoon
Roomboter
(Contains Milk)
2 tablespoon
Extra vierge olijfolie
½ tablespoon
Zwarte balsamicoazijn
¼ teaspoon
Honing
to taste
Peper en zout
Laat de biefstuk op kamertemperatuur komen.
Schil of was de aardappelen (annabelle) grondig en snijd deze in plakken van ½ centimeter dik. Verhit de helft van de roomboter in een koekenpan met deksel en bak de aardappelen afgedekt 25 – 30 minuten op middelhoog vuur. Schep regelmatig om en haal na 20 minuten de deksel van de pan.
Was ondertussen de mandarijn, rasp de schil met een fijne rasp en pers het sap uit.
Snijd of pers de knoflook extra fijn. Snijd ook de bladpeterselie extra fijn. Meng de knoflook, bladpeterselie, ½ tl mandarijnrasp per persoon, de helft van de extra vierge olijfolie, peper en zout tot een kruidenmengsel. Dit is de zogenaamde gremolata.
Snijd de rode bieten klein (bewaar ½ el bietensap per persoon) en meng met de rucolamelange in een saladekom. Maak een dressing van 1 el mandarijnsap per persoon, ½ el bietensap per persoon, de zwarte balsamicoazijn, de overige extra vierge olijfolie en de honing.
Verhit de overige roomboter in een koekenpan en bak de biefstuk naar smaak medium of doorbakken in 2 – 3 minuten aan elke kant. Bestrooi met peper en zout, haal uit de pan en laat, ingepakt in aluminiumfolie, een aantal minuten rusten.
Verdeel de aardappelen en de bietensalade over de borden. Serveer met de biefstuk en gremolata.