Sojasaus en ketjap zijn twee snelle smaakmakers uit de oosterse keuken. Ketjap is een Indonesische sojasaus die een stuk dikker is van structuur en vaak ook veel zoeter dan sojasaus. De biefstukpuntjes in dit gerecht worden gesneden van delen van het rund die niet dik genoeg zijn om een hele biefstuk uit te snijden en zijn heerlijk mals.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen
½ stuk(s)
Knoflookteen
1 cm
Verse gember
¼ stuk(s)
Rode peper
85 gram
Pandanrijst
110 gram
Biefstukreepjes
10 ml
Sojasaus
(Bevat Gluten, Soja)
1 stuk(s)
Paksoi
½ el
Ketjap manis
1 el
Zonnebloemolie
naar smaak
Peper en zout
• Kook 250 ml water per persoon voor de rijst. • Pers de knoflook of snijd fijn. • Rasp de gember, met schil, fijn. • Verwijder de zaadlijsten van de rode peper en snijd fijn.
• Kook de rijst, afgedekt, in 12 – 15 minuten gaar. Giet als het nodig is af en laat uitstomen zonder deksel. • Snijd de biefstukpuntjes eventueel kleiner zodat alle puntjes even groot zijn. • Meng voor de dressing de knoflook, gember, rode peper, sojasaus ten ketjap in een kom. Roer de biefstukpuntjes erdoor. Bewaar tot gebruik.
• Verwijder de steel van de paksoi en snijd in repen. • Verhit de zonnebloemolie in een wok of hapjespan op middelhoog vuur en bak het witte deel van de paksoi 4 – 5 minuten. • Voeg de biefstukpuntjes mét alle dressing toe aan de paksoi en roerbak 3– 4 minuten (let op: de puntjes zijn klein en zijn heel snel gaar). • Voeg de groene bladeren van de paksoi in de laatste minuut toe.
• Breng de rijst op smaak met peper en zout en verdeel over de borden. • Serveer met de paksoi met biefstukpuntjes en schenk de saus erover.