Singaporese Laksa met garnalen

Rasp de kurkuma met een fijne rasp. Snijd de sjalot in grove stukken. Meng in een hoge kom per persoon: 1tl gemalen korianderzaad, 2 el geraspte kurkuma en 1/2 el zonnebloemolie. Voeg de sjalot en de mix van gember, knoflook en rode peper toe. Blend met een staafmixer tot een gladde currypasta. Verhit 1/2 el zonnebloemolie per persoon in een soeppan met deksel op middelhoog vuur. Voeg de wortel en currypasta toe en fruit 1 - 2 minuten.

Voeg de kokosmelk toe aan de pan met de currypasta. Plaats een zeef of vergiet boven de pan voor de garnalenschillen en giet de bouillon erbij. Voeg de peultjes toe. Dek de pan af en laat de soep 5 – 7 minuten zachtjes koken.

Tip: Sommige peultjes hebben draadjes. Haal je die er liever eerst af? Verwijder dan voorzichtig de uiteinden van de peultjes met een mes en trek de draadjes mee.

Zorg dat de eieren net onder water staan in een steelpan met deksel. Breng het water aan de kook en kook de eieren, afgedekt, in 6 - 8 minuten hard. Laat schrikken in koud water. Pel de eieren en snijd doormidden. Snijd ondertussen het Thaise basilicum in fijne reepjes en de limoen in 4 parten.

Voeg de vissaus toe aan de soep en roer goed door. Voeg de noedels, taugé en garnalen toe aan de soep en laat alles nog 3 minuten zachtjes doorkoken totdat de garnalen roze zijn. Haal de soep van het vuur en pers 1 partje limoen per persoon door de soep. Proef de soep goed, en breng de soep op smaak met peper en zout.

Tip: Ben je nog niet helemaal comfortabel met het eten met stokjes? Je kan de noedels ook in grove stukken snijden voordat je hem toevoegt aan de soep, dan eet je het gemakkelijker met een lepel!